Runderen
De lakenvelder:
Deze koe is vooral te herkennen aan zijn kenmerkelijke kleuren. Lakenvelders hebben een witte band in het midden van hun lichaam zitten.
De oorsprong van het ras is niet duidelijk, veel denken dat het een Nederlands ras is. Die onzekerheid komt doordat vroeger nog niet alles aangetoond hoefden te worden. Het is wel al een eeuwen oud ras, in de twaalfde eeuw werd er al in een beschrijving een vorm van een lakenvelder uitgehaald. In de twintigste eeuw was de lakenvelder bijna uitgestorven, er waren in Nederland nog maar zo’n 300 lakenvelders. Hierdoor is het zo dat inteelt niet uit te sluiten is. Tegenwoordig zijn er alweer 1100 lakenvelders. Je hebt het ras in twee kleuren namelijk rood-wit en zwart-wit. Het fokken van lakenvelders is nog niet zo makkelijk omdat er rekening gehouden moet worden met de bouw maar aan de andere kant moeten ze een mooi aftekening hebben. Maar het fokken van goede eigenschappen kost tijd, geduld en energie.
Thema, gebruiksdoel: De lakenvelder heeft van karakter een vriendelijk karakter. Je ziet ze daarom ook vaak op zorgboerderijen, kinderboerderijen en bij hobbyboeren. Maar ook door het makkelijk afkalveren worden ze steeds vaker ingezet bij natuurbegrazing. Ook wordt de lakenvelder voor vlees gebruikt.
Belgische witblauwe:
Zoals de naam al zegt komt het ras oorspronkelijk uit België. Zijn naam dankt hij ook aan de witte vacht met blauwe of zwarte vlekjes. Ze hebben een zware, gespierde bouw en een edele kop. Het karakter van de koe is zachtaardig en daarom ook geschikt voor hobbydieren. Het ras is ontstaan in het begin van de negentiende eeuw. Het is een kruising tussen de Shorthorns of Durhams en lokale rundveerassen. De Belgische blauwe heeft de positieve eigenschappen overgeërfd. Doordat de koe te veel spieren heeft lijdt dit voor onnatuurlijke bevalling. De koe kan niet zelf bevallen, maar moet altijd geholpen bij het afkalven. Dit komt omdat de kalveren ook al dubbel gespierde schouders hebben, hierdoor past het kalf niet door het geboorte kanaal.
Thema, doel: Van oorsprong was het een melk-vlees ras maar door selectief te fokken is het een vleesras geworden. Het vlees van deze koe is namelijk ook heel goed. Hij is mager, mals en sappig, dankzij de fijne spiervezels.
Brown Swiss:
De Brown Swiss komt oorspronkelijk uit het nooroostelijke Alpengebied in Zwitserland. De koeien hebben een schofthoogte van 135-140 cm en wegen 650-700 kilo. De stieren hebben een schofthoogte van 145-155 centimeter hoof en zijn 1050-1125 kilo. Ze komen het meeste voor in de kleurslagen grijsbruin, maar ook in lichtgeel tot donkerbruin. Het ras is niet heel bekent maar is de laatste jaren sterk in opkomst vooral in Frankrijk en in de VS
Thema, doel: Van oorsprong is het ras een dubbeldoel ras. De melk van de koeien hebben een hoge vet en eiwit percentages. Het ras is ook bekent door haar sterke benen en klauwen. Hierdoor wordt het ras regelmatig gekruist met de MRI en de Holstein Friesian.
Heckrund:
Het ras is ontstaan door de broeders Heck. Rond 1920 hebben ze een runderras gefokt dat gelijk stond aan de oeros. De oeros was namelijk in de 17e eeuw uitgestorven. Uit het fokprogramma overleefde na de Tweede Wereldoorlog 39 dieren. Tegenwoordig zijn er alweer ongeveer 2000 tot 3000 Heck runderen.
De geboortes van de Heckrund gaan heel makkelijk, omdat de kalveren klein zijn. Het duurt echter wel lang voordat de Heckrund geslachtsrijp is.
In Nederland is dit ras te vinden in de Oostvaardersplassen.
Thema, Doel:
De Heckrund word veel gebruikt voor begrazing van natuurgebieden. Ze kunnen het hele jaar buiten lopen en hebben daarbij weinig zorg nodig. In natuurgebieden waar mensen lopen wordt hij nooit ingezet omdat hij niet accepteert als er mensen in de buurt zijn.
Maak jouw eigen website met JouwWeb