Paarden

De Draver:

De bouw:

* De Draver heeft een gespierde achterhand, met een lang, schuin aflopend kruis. Dit is de motor van een racepaard, en die is natuurlijk wat zwaarder uitgevoerd dan die van de standaarduitvoering!)

 

* De achterbenen zijn lang, wat er soms toe kan leiden dat de draver overbouwd is.

 

* De voorbenen zijn relatief kort, met gespierde bovenarmen.

 

* De voorhand is relatief smal, net als hoofd en hals.

 

* De schouder is lang en redelijk schuin om een ruime voorbeenbeweging te verkrijgen.

 

* De hals is van gemiddelde lengte en meestal niet al te zwaar bespierd.

 

* Het beenwerk is meestal vrij fijn en zonder veel behang, hoewel er ook dravers zijn met grover beenwerk en behang.

 

* De hoeven zijn meestal vrij smal en lang.

  

* Het hoofd van een draver is vrij lang, het profiel kan variëren van iets hol tot recht.

 

* De ogen staan vrij hoog in het hoofd en zijn groot, met een intelligente,vriendelijke uitdrukking.

 

* De oren zijn normaal tot lang

 

* De snuit is vrij smal, met grote neusgaten.

 

Verder hebben de lichaamsbouw en de mate van bespiering te maken met de specialisatie; een lange afstandsdraver zal eerder langgelijnd, licht en pezig gebouwd zijn, een sprinter is breder en zwaarder bespierd.

 

Karakter:

 

De draver is gefokt voor pure draf- en telgangsnelheid. Een draver is qua karakter een heel gevoelig paardje. Ze zijn snel beledigd als je ze oneerlijk behandeld. Het zijn zeer werklustige paarden, en leren snel. Het zijn wel paarden die eerlijk behandeld moeten worden, boos of ongeduldig worden helpt bij dit paard al helemaal niet, en werkt alleen maar averechts. Een draver is een paard dat als het hem niet lukt snel gefrustreerd wordt.

 

Gangen:

 

Een draver heeft twee gangen die niet elk paard heeft. Dit zijn namelijk de Tölt en de Telgang. Ook is er nog een fabeltje over dat draver niet kunnen galoperen, ook dit kunnen ze zeker wel.

De Tölt:

Niet alle dravers kunnen tölten, maar dravers hebben er wel aanleg voor. Bij de tölt is altijd maar 1 of 2 benen aan de grond, doordat er altijd minstens 1 been aan de grond is, voel je geen zweefmoment. bij de tölt lopenen ze met opgeheven hoofd en hals en hebben ze de achterhand er stevig onder.

De Telgang:

Naast de Tölt hebben sommige dravers ook nog een telgang. bij de telgang beweegt het linker voor been en achterbeen tegelijk. De telgang moet altijd in hoog tempo gereden worden, hier zijn ook speciale races voor.

 

 

 

 

Thema, gebruiksdoel:

 

Omdat dravers de telgang bezitten, hebben ze hier speciale sporttak voor, namelijk de drafsport. Hierbij draait het aaleen maar om snelheid. Harddravers worden hiervoor gebruikt, ze worden niet bereden maar lopen ingespannen voor een sulky. De gene die op het karretje zit wordt pikeur genoemd. Bij monté-draverij gebeurt deze sport onder het zadel. de sport wordt gehouden op drafbanen.

 

 

 

 

 


 

 

 

Tinker:

De Tinker vindt zijn oorsprong in Ierland en Engeland als het paard van rondtrekkende zigeunerfamilies. In andere landen wordt de Tinker ook wel Gypsy Horse, Gypsy Vanner Horse of Irish Tinker genoemd. Hoewel de Tinker steeds minder gebruikt wordt om de rijdende zigeunerwoning te trekken is het ras nog steeds een trots bezit van veel zigeunerfamilies en bepalen zij grotendeels de fokkerij.

Omdat de zigeuners het destijds niet zo nauw namen met de fokkerij vermoedt men dat onder andere de Shire, de Clydesdale, de Dales pony en de Fellpony in de Tinker zit.

Uiterlijk:

De schofthoogte dient op 3-jarige leeftijd minimaal 1.35 meter en maximaal 1.70 meter te zijn. De meest voorkomende kleuren zijn bont: zowel zwart bont (piebald), vosbont (skewbald) en driekleurige paarden. Er zijn meerdere kleuren, Tinkers met een effen lijf en witte sokken en bles, een kleur die wellicht van het Shire bloed komt. Af en toe zie je een palomino of zelfs palomino bont. Ook komen blauw-bonte Tinkers voor (grijs) en geheel zwarte of bijna hele witte paarden. Ook andere bij paarden en pony's voorkomende kleuren zijn toegestaan.

De beharing is in de winter dik, welke bescherming geeft tegen regen en koude. In de zomer is de vacht kort met een zijdeachtige glans. De manen en de staart zijn lang, recht (of krullend) en overvloedig. Aan de onderbenen zitten de sokken. Het  hoofd heeft goede verhoudingen. Bijna de helft heeft ogen met een afwijkende kleur door gebrek aan pigment bij dat oog. Dit is dan ook toegestaan.

Karakter

De Tinker is rustig, koelbloedig en heeft een goed en eerlijk karakter. Daarnaast zijn ze zeer nieuwsgierig en dapper. Tinkers hebben een goed uithoudingsvermogen. De Tinker is van oorsprong een koudbloedras. Tinkers zijn vanwege deze eigenschappen geschikt voor beginners. Vanwege hun grote kracht zijn ze echter niet geschikt als kinderpony maar daar staat tegenover dat ze ondanks hun kleinere maat met gemak een zwaardere volwassene kunnen dragen.

Thema, Gebruiksdoel

De Tinker is een paard dat hard kan werken gedurende vele uren per dag, dat geduldig is en betrouwbaar. Een paard dat kalmte uitstraalt ongeacht de leeftijd of het trainingsniveau. Dit ras heeft een goed uithoudingsvermogen in stap en draf. Het temperament is rustig maar toch levendig. Tinkers zijn goede springers, maar ook dressuur en western rijden gaat hen goed af. Het is dus een prima recreatiepaard voor het aangespannen rijden en onder het zadel.

 


 

 

 Andalusier:

De term Andalusiër wordt gebruikt voor alle paarden uit de streek Andalusië in Spanje. Echte raszuivere Andalusiërs worden aangeduid met de naam Pura Raza Española, afkorting PRE. Deze paarden worden veel gebruikt voor fiësta’s, shows en parades. Zijn vaak (zilver-) witte vacht met lange zijdezachte manen en staart geven de PRE een uitstraling die je niet veel bij ander rassen ziet.

Geschiedenis

De PRE is een van de weinige paardenrassen die niet afstamt van de Arabier. Hij stamt namelijk af van de primitieve Iberische paarden, die veel kenmerken hebben van de Tarpan. De PRE is dus ook afkomstig uit Spanje. Vroeger was de PRE erg populair in Europa in de hogere kringen. Het ras stond dan ook samen met de Lusitano aan de basis van de barokke rassen die nu in allerlei landen van Europa terug te vinden zijn. Inmiddels hebben ze zich ook in de internationale wedstrijdsport succesvol laten zien.

Exterieur

Kenmerkend zijn de zijdeachtige, lange manen en laag ingeplante volle staart. PRE's hebben een schofthoogte is tussen de 1,55 en de 1,64 meter en staan in het vierkantsmodel. Ze hebben een dus korte rug, met daarop een sterke maar ook korte hals. Ook hebben ze een goed gespierde achterhand. De meest voorkomende kleur is schimmel, die naarmate ze ouder worden ook witter wordt. Er zijn echter ook PRE die bruin, vos of zwart zijn.

Karakter

Een PRE heeft een koel karakter, waardoor hij erg betrouwbaar is. Daarentegen is hij ook erg temperamentvol. Ze weten precies hoe en wanneer ze dat moeten gebruiken, dus pit zit er zeker in. Ze zijn intelligent en leren snel, waardoor het een leuk paard is voor wedstrijden. In Spanje worden de hengsten zelfs niet gecastreerd, omdat ze erg makkelijk te berijden zijn.

Thema, Gebruiksdoe

Momenteel wordt het Spaanse paard over de hele wereld gebruikt. Ze worden gebruikt voor het circus, vrijheidsdressuur, hogeschooldressuur en voor het gewone rijden. Alleen wordt de Andalusiër in de klassieke dressuursport niet zo gewaardeerd, vanwege hun hoge knieacties. Door hun zachte gangen is het aangenaam om met deze paarden te rijden. 


 

Maak jouw eigen website met JouwWeb