Reptielen & Amfibieën

Breedvoorhoofdkrokodil

De krokodil komt voor in West Centraal Afrika. Daar leven ze in een diep dichtbegroeid oerwoud. De breedvoorhoofdkrokodil is een van de kleinste soorten krokodillen. Het grootste breedvoorhoofdkrokodil werd gemeten op 1.9 meter inclusief staart. De meeste blijver kleiner.
De breedvoorhoofdkrokodil is een goede zwemmer. Op het land kan hij redelijk snel lopen en is ook een goed graver en klimmer. De krokodil is een nachtdier.

Voedsel:

Het voedsel van deze krokodil bestaat uit kleine vissen, amfibieën, kreeftachtige, kleine reptielen en waarschijnlijk ook op het land levende dieren. Tijdens droge seizoenen, als er weinig vis in de rivieren zit, eet de krokodil voornamelijk kreeftachtige dieren. Wat opmerkelijk is aan deze krokodil is dat hij echter ook fruit eet. De jongen eten vooral insecten en wormen. Later gaan ze wat grotere dieren eten zoals kikkers, kikkervisjes en kleine vissen.

Thema, Het verblijf:

Het verblijf moet een tropisch klimaat hebben, de temperatuur ligt overdag tussen de 29-34 graden en in de nachten tussen 17-27 graden. De luchttemperatuur moet ongeveer liggen tussen de 23-30 graden.  Het verblijf moet net als zijn natuurlijke omgeving stromend water, zandstranden en oeverbossen hebben.
Bij het aanschaffen van deze krokodil moet er ook een UV lamp bij. Het verblijf moet ongeveer bestaan uit 20 m2.


De korenslang:

De Korenslang wordt ook wel de rode rattenslang genoemd. De korenslang is een wurgslang die veel als huisdieren wordt gehouden. Deze slang is makkelijk te houden, ze zijn vrij stessbestendig en nauwelijks agressief. De korenslang wordt ongeveer 110 tot 150 centimeter lang.
De Rode rattenslang komt oorspronkelijk uit Noord Mexico en midden-oost Amerika.

Voedsel van de Korenslang:

De rattenslang kun je het beste muizen voer. Een pasgeboren korenslang mag je voor het eerst voeren wanneer hij zijn eerste vervelling heeft gehad. Deze vervelling is na 5 tot 10 dagen. Wanneer u de jonge korenslang voert geef je hem een baby muis. In het begin voer je hem eens in de 3 tot 5 dagen. Een volwassen slang krijgt ongeveer eens per een of twee weken een volwassen muis.
De meeste korenslang kunnen wennen aan dode voerdieren. Dit is handig zodat je de dier kan invriezen. Wanneer u de slang voert kijk dan altijd even toe, zodat de muis niet de slang verwondt.
Vang nooit de muizen zelf deze kunnen parasieten en bacteriën bij zich dragen. Koop deze gewoon bij een speciaal zaak. De muis is een volledige maaltijd voor de slang dus u hoeft hem niet bij te voeren. Al zijn vitaminen zitten erin. Zorg ook altijd voor schoon drink water.

Thema, Het verblijf:

De Korenslang heeft een terrarium nodig met een inhoud van tenminste 75 liter. Deze slang houd van klimmen dus ook moet je geen te laag verblijf hebben. De korenslang is goed in ontsnappen dus sluit het terrarium goed af. Het terrarium moet op een rustige, trillingsvrije, zonvrije plek. Ook moet er een warmtelamp of warmte mat in liggen. Dit moet aan een zijde van ’t terrarium. De dagtemperatuur moet tussen de 24-30 graden liggen. In de nacht moet deze temperatuur zakken tot ongeveer 21 graden. Ook heeft hij een Uv licht nodig. De vochtigheidsgraad moet liggen tussen de 40 en 60 %. Voor de ondergrond is houdsnippers prima. De slang moet ook verschut plekken hebben


Muskusschildpad:

De muskusschildpad komt oorspronkelijk uit Zuid America. Zijn habitat bestaat uit langzaam stromend water of stilstaand water. Het liefst heeft deze schildpad een zachte bodem. Deze schildpad is geen goede zwemmer, maar verlaat het water zeer zelden. Ze zijn schemerig actief.

Voedsel:

Het is geen moeilijke eter. Bij hun voeding denk dan aan runderhart, schildpaddenkorrels, slakken, meelwormen, regenwormen en moriowormen. Ook eten ze soms van de waterplanten. Deze schildpadden hebben genoeg aan als je ze twee tot drie keer per week eten geeft.

Thema, Het verblijf:

De Muskusschildpad heeft in het verblijf veel waterplantjes, bijv. waterpest, nodig en met veel schuilplekjes. Een verblijf van een meter bij 0.5 meter is voldoen voor maximaal 3 schildpadjes. In het verblijf moet wel een warmtespot in zitten. De waterstand van het verblijf moet ongeveer liggen tussen de 20-25 centrimeter. De temperatuur moet overdag tussen de 25 en de 28 blijven. In de nachten mag het afkoelen tot 15 – 20 graden.


De kraaghagedis:

De kraaghagedis komt voor in het zuidelijke gedeelte van Nieuw- Guinea en het noordelijke gedeelte van Australië. De hagedis is een boombewoner en kan uitstekend klimmen. Vaak wordt tegen een boomstam een zonnebad genomen om op te warmen. Wanneer het te heet wordt zoekt hij de schaduw op.
De kraag gebruikt de hagedis om vrouwtjes te lokken, maar ook wanneer er gevaar dreigt.

Voedsel van de kraaghagedis:

Deze hagedis is een goede eter , houdt daar rekening mee want hun vraatzucht kan begrotelijk worden.
De kraaghagedis kan zonder moeite zo tien treksprinkhanen achter elkaar op eten. Behalve insecten eet de hagedis ook nog reptielen, kleine zoogdieren, kattenvoer uit blik, vis en garnalen. Dit mag nooit als hoofdvoeding gegeven worden. De hagedis en vooral de opgroeiende jongen hebben genoeg vitaminen en mineralen nodig. De jonge dieren moeten al hun voedsel bepoederd met een vitaminepreparaat en de oudere dieren in ieder geval in keer in de week  bepoederde insecten.

Thema, Het Verblijf:

De kraaghagedissen zijn zelf 75 centimeter lang. Ze hebben veel ruimte hebben om te klimmen, dus ook de gelegenheid daarvoor. Denk aan een bak met een bodemoppervlakte van minimaal 5 m2 en een hoogte van een anderhalve meter hoog. Ook moeten ze stevige klimtakken hebben en dit moet ongeveer even breed als de hagedis zijn. Voor elke hagedis die er in zit moet een eigen zonneplek met lamp hebben.
De waterbak moet zo stevig zijn dat die niet omgegooid mag worden. Ze doen graag hun behoefte erin, daarom moet deze regelmatig schoongemaakt worden.
De temperatuur van het terrarium moet ongeveer tussen de 28 en de 32 graden liggen. In de nachten een nachtelijke afkoeling van een graad of 8. De temperatuur mag liever niet onder de 25 graden liggen.